In de gehandicaptenzorg draait alles om samenwerken en elkaar versterken. Daarbij is zeggenschap niet iets waar je alleen in staat; het is een proces van creatief samenspel tussen professionals, cliënten en hun netwerk. Dit principe van samen beslissen en handelen is essentieel om te zorgen dat iedereen gehoord wordt. Ontdek hoe dit motto in de praktijk wordt gebracht. Deze verhalenreeks, verzameld door Gea Koren (narratief coach en verhalenvanger), laat zien hoe samenwerking en openheid de basis vormen voor een veilige en fijne werkomgeving.
Voor dit verhaal sprak ik met Peter van Lier (gz-psycholoog en voormalig coördinator CCE), Guus Wulms (gz-psycholoog en consulent) en Erik Boot (arts VG en consulent) verbonden aan Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE). Zorginstellingen kunnen bij CCE terecht als zij dreigen vast te lopen in complexe situaties van mensen met ernstig probleemgedrag. In dit verhaal beantwoorden zij de centrale vraag: “Hoe krijgt zeggenschap vorm in jullie werk?” Ze vertelden eigenlijk meteen hoe zij in de praktijk samenwerken. Om die reden vertel staat dit verhaal in de ‘wij-vorm’.
Gea Koren (verhalenvanger)
Betrokkenheid bij het proces
”Zorginstellingen schakelen CCE vaak in voor complexe situaties. Meerdere factoren spelen daarbij een rol. Enerzijds zijn er persoonskenmerken van de cliënt en anderzijds spelen factoren in de context en binnen de organisatie een rol. Het brede verhaal achter de direct waarneembare problematiek willen we vanuit CCE altijd samen met alle betrokkenen zorgvuldig en grondig in kaart brengen.
In een specifieke situatie waarvoor een consultatieaanvraag bij CCE werd gedaan, was er sprake van een ernstig verstandelijk beperkte, kwetsbare vrouw. Ze had een voorgeschiedenis van veel stress, waarin vroegkinderlijk trauma een belangrijke factor was. Hoezeer begeleiders ook hun best deden, het lukte niet om haar voldoende veiligheid en rust te bieden. Er was sprake van heftige agressie naar medewerkers. De cliënt richtte haar agressie ook op zichzelf. Steeds minder begeleiders konden, wilden en durfden de cliënt te begeleiden.
Ook vanuit familie, de betrokken gedragskundige en arts waren veel inspanningen gedaan om met elkaar tot verbetering te komen, maar met slechts beperkt resultaat. Er was sprake van handelingsverlegenheid. Er werd besloten om nogmaals zorgvuldig de situatie in kaart te brengen en daarbij hulp te vragen van CCE. De betrokkenen wilden niets over het hoofd zien en op zorgvuldige manier tot verdere inzichten komen.
Als coördinator vanuit CCE stel je, op basis van de aanvraag, na een oriënterend gesprek een kernteam samen voor consultatie. Vanwege de ernst van de situatie en de aard van het gedrag nam coördinator Peter daarbij de interdisciplinaire aanpak bij zelfverwondend gedrag als uitgangspunt. Hij kijkt dan in het CCE-netwerk welke consulenten – die als zzp’er in opdracht van CCE werken – hij hier het beste bij kan betrekken. Vervolgens blijft hij zelf ook betrokken in de rol van regisseur op inhoud en proces.
Vertrouwen en chemie
Belangrijk voor een goede samenwerking zijn: vertrouwen in elkaar en elkaars expertise, alles mogen zeggen en elkaar prikkelen op elkaars vakgebied. Er is chemie in de samenwerking nodig. Zeker bij complexe vraagstukken is dat belangrijk.
Eén van de grootste meerwaarde van CCE is dat wij buitenstaanders zijn. We kijken met een frisse en vaak net even andere blik naar de situatie dan de betrokken behandelaren. Wat daarbij helpt, is dat we stil kunnen en mogen staan bij het zoeken naar nieuwe perspectieven.
Als consulenten moeten we ervoor zorgen dat we de tijd en rust nemen om met de andere professionals te zoeken naar nieuwe inzichten en perspectieven. Medewerkers zitten midden in het spanningsveld dat er óók gehandeld moet worden en hebben daarom per definitie minder ruimte om deze afstand te nemen. Als buitenstaander kunnen we hen ondersteunen om dit te doen.
Aansluiten en toevoegen
De eerste stap is om aan te sluiten op het verhaal van alle betrokkenen. Hierna willen we met elkaar toevoegen op de inhoud van het verhaal, waarbij er ruimte is voor de expertise van alle betrokkenen. En we willen de betrokkenen binnen de organisatie versterken op het gebied van eigenaarschap, positionering en samenwerking. Dat begint met verwachtingen naar elkaar uitspreken in het eerste gesprek. Met elkaar maken we een ‘puzzelteam’ waarin ieder een gelijkwaardige rol heeft en een bijdrage levert. Samen maken we het verhaal, waar mogelijk nieuw perspectief uit voortvloeit. Ook de ouders nemen plaats in dit puzzelteam. De kracht van zo’n team is dat we met elkaar zoeken naar de onderliggende factoren die het gedrag verklaren. En waar de focus op kan liggen wat betreft de interventies.
Het gaat dan ook over het vergroten van de kwaliteit van bestaan van de betrokken vrouw. In haar situatie betekende dit het aanbieden van meer activiteiten. Het team leerde de signalen die tot stress leiden eerder herkennen en paste de begeleidingswijze hierop aan. Zo verbeterde de ondersteuning van de cliënt bij emoties en stress. De begeleiders konden meer plek geven aan de communicatieve behoeften van de cliënt. Ook werd het medicatiebeleid aangepast en werden de verdere behandelmogelijkheden van het trauma onderzocht. Tot slot zijn de betekenisvolle contacten uitgebreid.
Het idee achter de consultatie is dat we vanuit alle disciplines en vanuit alle perspectieven met elkaar nog eens goed kijken wat we weten, wat we nog niet weten en wat nog moet worden uitgezocht. Maar ook: hoe weten we wat we weten; wie heeft dat ooit bedacht, gezegd of uitgezocht? Klopt dat eigenlijk (nog) wel?
Daarbij is het belangrijk dat we als consulenten niet de positie van de expert innemen, maar veel meer die van de collega. We gaan samen puzzelen en proberen een vraagstuk verder te brengen. Dat samenspel maakt het puzzelen ook leuk. 1+1 wordt dan vaak 3 of meer.
Het puzzelteam in actie
We brengen alles heel systematisch in kaart. We kijken daarbij niet alleen naar de cliënt en diens genetische bagage, ontwikkelingsniveau, vaardigheden, emotionele draagkracht en mogelijke psychische of lichamelijke gezondheidsproblemen, maar we kijken zeker ook naar de context. Hoe staat het team van begeleiders erin? Worden zij aangestuurd en gesteund? We brengen alles rondom de cliënt in kaart om te snappen hoe de factoren op elkaar inwerken.
Daarbij schuwen we niet om op elkaars deskundigheidsterrein te komen. Dat is juist ook nodig. Niemand heeft de wijsheid in pacht, maar met elkaar kun je verder komen. Zo kan een arts vragen stellen over het pedagogische beleid, maar ook een moeder over de organisatie van de zorg. We komen zo tot een door alle betrokkenen gedragen ‘theorie’ over de cliënt: waarom gaat het zoals het gaat, wat is het verhaal? Dat is een set van hypotheses die we toetsen in de praktijk. Zo van: als we denken dat het verhaal zo in elkaar zit en als we dan bepaalde interventies doen, wordt dat wel of niet bevestigd? Als het verhaal klopt, dan zou dat moeten werken. Werkt het niet, dan klopt het verhaal niet en dan moeten we opnieuw gaan bekijken hoe het zit en onszelf de vraag stellen: wat zegt dat?
Zeker bij de methodische aanpak van zelfverwonding, wat een ernstige vorm van probleemgedrag is, willen we de brede manier van kijken van CCE tot in de puntjes doorvoeren.
Zeggenschap in open dialoog
Zeggenschap betekent niet altijd dat je alles kunt veranderen, maar wel dat je samen de weg naar verbetering zoekt door te blijven praten, vragen en leren van elkaar. Dit proces leidt ertoe dat ieders stem gehoord wordt en er een nieuw gezamenlijk verhaal en perspectief kan ontstaan.
Zeggenschap wordt zeggingskracht als het plaatsvindt in een klimaat dat wordt gekenmerkt door interprofessionaliteit en goede relaties.
Hoe liep dit verhaal af?
Het agressieve en zelfverwondende gedrag van de vrouw is niet volledig verdwenen. Wel is de kwaliteit van leven voor haar verbeterd. En het team van begeleiders heeft het gevoel meer handelingsbekwaam te zijn. Ze blijven werken aan het ontwikkelde perspectief en kunnen het proces nu op eigen kracht voortzetten. Daarmee hebben wij onze betrokkenheid vanuit CCE kunnen afronden.
Deze zorgverhalen gaan over de ervaringen en het persoonlijke leven van echte mensen. Om hun privacy te beschermen, veranderen we daarbij meestal de details en namen.
Reflectievragen
- Hebben jij (of je team) weleens ervaren dat jouw (jullie) aanpak niet het effect had dat je wilde? Hoe ben je daarmee omgegaan?
- Wat heb jij nodig om op een andere aanpak dan je gewend bent uit te proberen?